Hoofding
A
AanplakbriefOm aan de mensen duidelijk te maken wat ze wel en niet mochten doen, plakten de Duitse bezetters berichten op de muren.
ArtillerieArtillerie of geschut is het wapen dat vuursteun geeft aan de eigen troepen voor of tijdens een aanval. We onderscheiden krombaangeschut (houwitzers en mortieren) en vlakbaangeschut (kanonnen).
ArtilleristMilitair die de artillerie bedient.
B
BajonetMes dat de soldaten aan de loop van hun geweer kunnen vastmaken, zodat ze met hun geweer niet alleen kunnen schieten, maar ook van dichtbij mensen kunnen steken.
BarbarenBarbaar is een zeer oud woord. Het betekent ruw, onbeschaafd. Toen de Duitsers ons land binnenvielen, noemden de mensen hen 'barbaren'. In het bezet gebied probeerden de Duitsers vriendelijk om te gaan met de mensen. Ze lieten zich graag fotograferen met een kind op hun schoot om te tonen dat ze niet zo barbaars waren als werd verteld.
BeestenwagenDat is de naam die de mensen gebruikten voor een treinwagon waarin normaal dieren werden vervoerd. Tijdens de oorlog zijn veel mensen met de trein gevlucht naar een veilige plaats. Vaak zaten ze dan met pak en zak in een beestenwagen.
Bezet gebiedDat is het deel van België dat tijdens de Eerste Wereldoorlog in handen van de Duitsers was gevallen en waar de Duitsers vier jaar lang de baas waren.
BombardementAls een plaats wordt bestookt met bommen spreek je van een 'bombardement'. Die bommen schieten ze eerst af met kanonnen of laten ze uit vliegtuigen vallen. In de Eerste Wereldoorlog gebeurden de meeste bombardementen van op het land, met kanonnen.
BondgenootschapEen bondgenootschap (of alliantie) is een verdrag tussen landen om elkaar te steunen, omwille van een gemeenschappelijk voordeel.
BrancardierEen brancardier staat in voor het transport van zieken en gewonden. Aan het front betekende dit het wegbrengen van gewonden van het slagveld naar een eerstehulppost.
BroodbonIn bezet gebied hadden de mensen niet altijd voldoende te eten. Elk gezin kreeg broodbonnen of voedselbonnen. Met die bonnen ging je dan naar de winkel. Je kon alleen met die bon eten kopen.
C
CapitulatieDit betekent eigenlijk overgave. Het is een verklaring dat een partij stopt met vechten in een oorlog. Deze verklaring moet dan ook worden ondertekend.
CentralenDit zijn de Midden- en Zuid-Europese landen die tijdens de Eerste Wereldoorlog streden tegen de overwegend West-Europese, Russische en later Amerikaanse mogendheden.
CollaboratieCollaboratie betekent het samenwerken met de vijand. Mensen die in bezet gebied mee hielpen met de bezetters, werden collaborateurs genoemd.
D
DemocratieDemocratie is een vorm van bestuur waarin het volk van een bepaalde regio zelf stemt over de wetten of mensen kiest om deze wetten uit te voeren.
DeportatieDeportatie betekent mensen onder dwang en tegen hun wil overbrengen naar een andere plaats.
DienstplichtBij de militaire dienstplicht worden mannen vanaf 18 jaar opgeroepen om soldaat te worden. Als je een oproepingsbevel kreeg, dan was je verplicht om te gaan. In alle legers waren er ook jongens die jonger waren dan 18 jaar en toch probeerden soldaat te worden. Dat deden ze meestal door over hun leeftijd te liegen.
DiscriminatieMet discriminatie bedoelt men het anders behandelen van mensen. Het betekent letterlijk 'het maken van een onderscheid'. Vaak gaat dit ook gepaard met onverdraagzaamheid.
DragonderEen dragonder is een soldaat die zich verplaatst op een paard. Als hij vecht, dan stapt hij van zijn paard af. Daarom behoort hij ook tot de 'infanterie'. De 'cavalerie' zijn de eenheden die zich niet enkel per paard verplaatsen, maar ook vechten te paard.
E
EvacuatieAls de situatie te gevaarlijk werd, dan verplichtten de Duitsers de mensen om hun huizen te verlaten en naar een andere plaats te verhuizen. Dat is evacueren: mensen naar een andere plaats overbrengen omdat het te gevaarlijk is om te blijven.
F
Franc-tireurEen franc-tireur of vrijschutter is een burger die schiet op soldaten van de vijand, zonder dat hij zelf een soldaat is.
FrontHet front is de plaats waar gevochten wordt tussen beide kampen.
FusillerenHet woord komt van het Franse 'fusil' dat 'geweer' betekent. Het woord 'fusilleren' betekent dus: doden met een geweer. Het wordt vooral gebruikt als het om een terechtstelling gaat. Soldaten die muiten (in opstand komen) of die overlopen (van kamp verwisselen), burgers die installaties van soldaten saboteren (kapot maken)... werden gefusilleerd.
G
GasmaskerIn de Eerste Wereldoorlog is voor het eerst gifgas gebruikt als wapen. Om je tegen gas te beschermen, kun je een natte zakdoek voor je mond houden. Nog beter natuurlijk is een gasmasker opzetten. Gasmaskers hebben filters die de lucht zuiveren.
GeallieerdenDit zijn de verschillende landen die tijdens de Eerste Wereldoorlog samen vochten tegen de Centralen. Het woord 'geallieerd', komt van het Frans 'alliance' dat 'verbond' betekent.
GifgasGifgas is een niet-explosieve chemische stof die gebruikt wordt om mensen buiten gevecht te stellen, te verwonden of te doden. In de Eerste Wereldoorlog werd voor het eerst gifgas gebruikt. De symptomen van de slachtoffers waren afhankelijk van het soort chemische stof (chloorgas, mosterdgas...).
GranaatEen granaat (of obus) is een type projectiel dat pas bij het doel tot ontploffing wordt gebracht. De granaat kan gevuld zijn met kleine kogels, explosieven of gifgassen.
H
HandgranaatHandgranaten bestaan in allerlei vormen. Het is een kleine handbom. Je moet er een pin uittrekken of aan een koordje trekken. Dan vliegensvlug de handgranaat weggooien, want enkele seconden later ontploft ze. Handgranaten uit de Eerste Wereldoorlog vind je tot op vandaag in de bodem van de Westhoek. Als je er een vindt: NOOIT aanraken.
HelmSoldaten aan het front dragen metalen helmen om hun hoofd te beschermen tegen ontploffingen en kogels. Elk leger had helmen in een specifieke vorm: Duitse helm, Britse helm, Franse helm, Belgische helm.
HouwitzerEen houwitzer is een zwaar geschut waarbij het projectiel in een boog wordt afgevuurd. Hierdoor kan het projectiel een grote afstand overbruggen. Dikke Berta is een voorbeeld van een houwitzer.
I
InfanterieDe infanterie zijn de militairen die te voet vechten. Een synoniem is voetvolk of grondtroep.
InfanteristMilitair die tot de infanterie behoort.
InkwartierenIn bezet gebied, en zeker dicht bij het front, waren Duitse soldaten bij de bewoners 'ingekwartierd'. Dat wil zeggen dat ze tijdelijk bij die mensen inwoonden. Het woord komt van 'kwartier'. In soldatentaal is een kwartier een tijdelijke verblijfplaats. Zo werden veel klaslokalen 'soldatenkwartieren'.
InundatieInundatie (of onderwaterzetting) is het opzettelijk onder water zetten van een gebied. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gebeurde dit in de Ijzervlakte.
InvasieEen invasie is een militaire actie waarbij het leger van een land een ander land binnen dringt.
K
KanonEen kanon is een geschut dat een projectel in een nagenoeg rechte baan aafschiet. Het bestaat uit een schietbuis, een onderstel (of affuit) en richtmiddelen. Het projectiel wordt afgeschoten door middel van kruit, dat wordt ontstoken.
KantonnementPlaats achter de frontlinies, waar de soldaten konden tot rust komen, zich wassen en ontspannen.
KolonieGebied dat aan een ander land toebehoort.
KurassierDat is een zwaar bewapende soldaat te paard. Hij draagt een helm en een harnas dat zijn borst en zijn rug beschermt.
L
LazarettHet woord Lazarett met hoofdletter en een dubbele T achteraan is Duits voor ziekenhuis of hospitaal. Het wordt vooral gebruikt voor militaire ziekenhuizen: plaatsen waar soldaten worden verzorgd. In het Nederlands betekent Lazarett een verplaatsbaar, militair hospitaal. In de Eerste Wereldoorlog verzorgden de legers hun gewonden in kerken, scholen of ergens buiten, in de velden. Dan spraken de Duitsers van een Feldlazarett.
LoopgrafOmdat de legers tegen elkaar vochten in een vlakke streek, maakten ze grachten van waaruit ze de vijand konden begluren en beschieten. Langs de hele frontlijn ontstond er aan weerszijden een heel systeem van gangen waarin de soldaten konden lopen: 'loopgraven'.
M
MitrailleuseEen mitrailleuse of machinegeweer is een volautomatisch snelvuurwapen, waarmee in korte tijd een groot aantal kogels kunnen afgevuurd worden.
MobilisatieMobilisatie is het in staat van paraatheid brengen van leger, vloot en luchtmacht. De term wordt gebruikt om de overgangssituatie tussen vrede en oorlog aan te duiden.
MortierEen mortier is een klein geschut, dat meestal bestaat uit een korte buis, gemonteerd op een stootplaat om de terugslag op te vangen. Het projectiel gaat in de buis en wordt onder een hoek van 45° of meer in een boog afgeschoten.
MunitieOnder munitie wordt verstaan patronen voor vuurwapens. Een patroon is het samenstel van een projectiel (kogel), het kruit en de ontsteking.
N
NeutraalNeutraal betekent dat je geen partij kiest binnen een conflict tussen twee groepen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef Nederland neutraal: het koos noch voor de geallieerden, noch voor de Duitsers.
NiemandslandHet terrein tussen de frontlinies van twee vijandelijke legers. Meestal is het een verwoest landschap met bomkraterputten en prikkeldraad.
O
ObusZie 'Granaat'.
OffensiefEen offensief is een militaire aanval.
OnderwaterzettingZie 'Inundatie'.
P
ProjectielEen projectiel is een voorwerp dat met grote kracht wordt afgeschoten en dat zich op hoge snelheid vrij verplaatst.
PuinAls een huis vernield wordt door een bom, een brand of een beschieting, dan ligt het in puin.
R
RebelEen rebel is iemand die in opstand komt.
RekruteringRekrutering is het aanwerven of oproepen van mensen voor een bepaalde taak. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden veel mannen gerekruteerd voor het leger. Ze moesten zich aanmelden bij een rekruteringsbureau.
RevancheRevanche betekent vergelding, wraak nemen op iemand.
RevolutieEen revolutie is een plotselinge, radicale verandering. Het is daarmee de tegenhanger van evolutie, wat een geleidelijke verandering is.
S
SchoolkolonieAls je in gevaarlijk gebied woonde en nog weg mocht van de bezetters, dan kon je op schoolkolonie worden gestuurd. Soms was dat ver van huis: in Zwitserland of Frankrijk. Er waren kolonies voor meisjes en andere voor jongens. Zusjes en broers uit hetzelfde gezin konden niet samenblijven.
SchoolsoepOmdat veel kinderen thuis geen geld meer hadden voor eten, konden ze op school gratis voedsel krijgen. Dat voedsel kregen ze van hulporganisaties.
ShellshockShellshock is een ziekteverschijnsel bij soldaten dat in de Eerste Wereldoorlog veel voorkwam. Het was een reactie op het constant leven onder bombardementen en beschietingen. Vaak hadden ze een starende, lege blik.
SneuvelenSneuvelen is sterven aan het front, op het slagveld. De gesneuvelde soldaten liggen begraven op de militaire kerkhoven in de Westhoek.
U
UlaanDit is een licht gewapende ruiter. De Duitse ulanen in de Eerste Wereldoorlog waren vaak de eerste soldaten die de mensen te zien kregen. Ze kwamen de streek verkennen, in kleine groepjes. Soms knipten ze telefoondraden door, of vernielden ze spoorlijnen.
UltimatumEen ultimatum is een laatste eis alvorens men tot actie overgaat.
V
VeldkeukenSoldaten aan het front moeten natuurlijk ook eten. Daarom heeft elk leger ook veldkeukens: keukens die op karren staan en die ze dus kunnen verplaatsen.
VluchtelingenWat doe je als het gevaarlijk is waar je woont? Vluchten natuurlijk. Toen de oorlog begon, zijn veel gezinnen gevlucht voor de Duitsers. Als het rustiger werd, keerden ze naar huis terug. Voor wie dicht bij het front woonde, bleef het de hele oorlog lang gevaarlijk. Sommige mensen vluchtten dan voor lange tijd naar het buitenland, of naar plaatsen in België ver weg van de frontlijn. Daar was je soms welkom, maar soms ook helemaal niet.
W
WapenstilstandOp 11 november 1918 ondertekenden de leiders van de Geallieerden en de Duitsers een akkoord om de oorlog te eindigen. Elk jaar, op 11 november, herdenken we de wapenstilstand.
Z
ZeppelinEen zeppelin is een stijf, sigaarvormig luchtschip. Het bestaat uit een lichtgewicht skelet met daarin zakken, gevuld met een licht gas. In de Eerste Wereldoorlog werden ze door de Duitsers gebuikt voor verkenning en bombardementen (vb. op Londen).
Made by elsq